Als we niet alleen kijken naar het opgestelde vermogen aan windenergie maar ook rekening houden met de bevolkingsdichtheid, is Nederland aanzienlijk zwaarder belast met windmolens dan Denemarken. Dit blijkt uit de theoretische benadering door architect Hans Nauta van de windmolendruk in beide landen.
Windmolendruk
Al sinds de negentiger jaren van de vorige eeuw wordt ons ieder jaar voorgehouden dat windenergie op land binnen enkele jaren rendabel wordt. Nu kan een computer weliswaar van alles feilloos uitrekenen, maar de uitkomst is geheel afhankelijk van de data die je er eerst instopt. Als je daarbij verzuimt rekening te houden met de schade die windturbines veroorzaken aan de kwaliteit van de woon- en leefomgeving van omwonenden (zoals de waardedaling van onroerend goed, zichthinder, slagschaduw, gezondheidsproblemen etc.), natuur (vogels, vleermuizen), landschappelijke waarden (onrustige horizon, verlies van onze laatst overgebleven stukken open landschap, schade aan toerisme, elfsteden route) etc. etc., dan toont die computer ongetwijfeld aan dat windenergie op land de allergoedkoopste vorm van alternatieve energie is.
Dat windenergie schade oplevert aan woon- en leefomgeving, natuur en landschappelijke waarden etc. is evident. En dat de overheid daar tot dusver geen enkele verantwoording voor neemt en daarmee de zorgplicht die zij voor alle inwoners van Nederland (en natuur en landschap) verzaakt, eveneens.