Wetenschappers slaan alarm: Het energieakkoord gaat de Nederlandse burger minstens 53 miljard kosten, zonder dat het milieu er veel mee opschiet. “Dat is meer dan de hogesnelheidslijn, de Noord/Zuidlijn, de Betuwelijn en de JSF bij elkaar”, zegt natuurkundige Fred Udo, die onder meer voor het prestigieuze CERN in Geneve werkte.

Volgens een aantal gerenommeerde wetenschappers wordt het sprookje van de windenergie een aanslag op de koopkracht van iedere Nederlander. Ze denken aan minstens 500 euro per huishouden per jaar. „Dit is de grootste verspilling van gemeenschapsgeld ooit”, zegt Pieter Lukkes, emeritus hoogleraar Economische Geografie.
Udo en Lukkes spreken namens wetenschappers als Kees de Groot, ex-directeur van het Shell lab Rijswijk, natuurkundige Kees Lepair, econoom Hans Labohm, onderzoeker energie Theo Wolters en de emeritus hoogleraren Frans Sluijter en Ad Verkooijen.
Het CPB maakte vorige week bekend dat de miljarden die het Energieakkoord gaat kosten het milieu nauwelijks goed doen, vanwege de handel in CO2-rechten. Als de CO2-uitstoot in Nederland vermindert, koopt bijvoorbeeld Polen (goedkoop) de CO2-rechten op en laat daar de steenkoolcentrales volop draaien.
In Duitsland, dat jaren vooroploopt en het lichtende voorbeeld is van de groenestroomindustrie, blijkt nauwelijks sprake van milieuwinst. Ondanks de tientallen miljarden die in de groene stroom zijn gestoken, wordt daar de afgelopen jaren zelfs meer CO2 uitgestoten, omdat de windparken de schone kerncentrales vervingen en voor de periode dat het windstil is smerigere fossiele centrales nodig zijn. Bruinkoolcentrales draaien weer volop. Vorig jaar was de energie die uit deze sterk vervuilende centrales komt, zelfs terug op het niveau van 1990.
Voor vooraanstaande Duitse wetenschappers is het genoeg. Zij pleitten dit voorjaar te stoppen met de miljarden verslindende ‘Energiewende’, de omslag van fossiele stroom naar wind- en zonne- energie. De kosten rijzen de pan uit en het levert nauwelijks technische innovatie en milieuwinst op, oordeelde de commissie die door bondskanselier Angela Merkel zelf in het leven was geroepen.
De bondskanselier gaf echter geen krimp. In plaats van het rapport te omarmen bekritiseerde ze haar eigen onderzoekscommissie hevig. Net zoals minister Kamp (Economische Zaken) vorige week deed bij het verschijnen van het voor hem weinig positieve CPB-rapport.
Stoppen
„Sinds de eeuwwisseling is onder aanvoering van milieugroeperingen een geweldige reclamecampagne gevoerd,die ons in het hoofd heeft geprent dat de wereld beter wordt met groene stroom. Sindsdien laten politici zich door geen enkel argument meer stoppen”, zegt emeritus hoogleraar Lukkes.
Ondertussen klagen de Duitse burgers steen en been. Vorig jaar betaalden ze 20,2 miljard euro voor groene stroom, terwijl die energie op de stroommarkt maar 2 miljard waard was. Duitse bedrijven als BASF, Daimler en BMW investeren nu al meer in de VS dan in Duitsland, omdat de energiekosten in de VS maar de helft bedragen van die in eigen land.
Zover komt het bij ons niet. Hier moeten de vele miljarden subsidie namelijk worden opgebracht door de burgers en het midden- en kleinbedrijf, door middel van een toeslag op hun energierekening. Grote bedrijven hoeven die belasting niet te betalen.
Het kabinet heeft in het Energieakkoord, dat het sloot met werkgevers, werknemers en milieuorganisaties, afgesproken dat in 2023 zestien procent van de Nederlandse energie duurzaam is. Om dat te bereiken moeten gigantische windmolenparken worden bijgebouwd.
Molens op zee moeten straks 4450 megawatt (MW) leveren, nu is dat 1000 MW. En vanaf het land moet 6000 MW komen, nu is dat 2700. Dat betekent 1150 windmolens extra op land. Voor het einde van dit jaar moeten provincies aangeven waar ze komen te staan. Omwonenden verzetten zich soms hevig tegen de aantasting van hun omgeving.
„Windenergie heeft alleen kans van slagen als het zwaar wordt gesubsidieerd”, zegt Lukkes. „De subsidie is een perverse prikkel. Een kilowattuur stroom kost op de markt ongeveer 5 eurocent. Maar Kamp garandeert de windmolenparken een prijs van ongeveer 17 cent. De rest, 12 cent, betaalt de belastingbetaler.”
De subsidiestroom gaat lopen als de molens draaien. Volgens de sector is dat vooral vanaf 2019. Maar de wetenschappers zijn er niet zeker van. Het zeewindpark Barth1, het Duitse showmodel, is al een jaar vertraagd omdat er enorme onvoorziene en complexe technische problemen zijn gerezen bij het overbrengen van de stroom van de zee naar het land.
Minister Kamp houdt bij hoog en bij laag vol dat er maximaal 18
miljard belastinggeld wordt uitgegeven. En dat gebeurt pas als de kosten
met 40 procent dalen, zegt de minister.
„Die 40 procent reductie haalt Kamp makkelijk op papier. De minister heeft de aansluiting van de windparken op het stroomnet uit de begroting van de parken gehaald. Netbeheerder TenneT moet nu zorgen voor de ’stekker’ op zee. Dat scheelt 20 procent in de kostprijs. TenneT gaat dat natuurlijk doorberekenen aan de klanten. De minister is goedkoper uit, maar de klant niet”, zegt natuurkundige Fred Udo.
Oosterburen
Kamp houdt rekening met een hogere stroomprijs in 2017, en dus met een lagere subsidie. Omdat hij de marktprijs aanvult tot 17 cent per kilowattuur. De wetenschappers geloven niet in een prijsstijging. Voor een deel ligt dit in de aard van de windenergie. Elektriciteit kan niet grootschalig worden opgeslagen. Als het hier waait, dan waait het overal, ook bij onze oosterburen. Door de grote hoeveelheid windmolens zal er in de toekomst heel vaak een stroomoverschot zijn. Nu al zitten de Duitsers regelmatig met een overschot aan windenergie, dat ze voor bijna niets aan ons leveren. De stroomopbrengsten van de windparken blijven dus laag, stellen de deskundigen. Zij denken mede daarom dat de werkelijke subsidie voor de windzeeparken niet 18 miljard, maar 30 miljard wordt.
Schiermonnikoog
In de 18 miljard van minister Kamp zit bovendien niet de subsidie voor de bestaande en geplande parken, zoals het park Gemini, dat ten noorden van Schiermonnikoog wordt gebouwd. Voor Gemini alleen al is 4,5 miljard steun gereserveerd. Samen met de 3 miljard subsidie voor de bestaande parken komt de teller op 37,5 miljard. Voor de windsubsidie op land komt daar nog eens 15 miljard bij, rekent Udo voor.
Tot zo ver de harde cijfers.
Maar we zijn er nog niet. De kosten van hoogspanningskabels op land om de stroom te transporteren en de aanpassing aan de centrales kunnen de wetenschappers niet exact berekenen, omdat er geen cijfers over worden gepubliceerd. „Als ik een schatting mag maken, kom ik zo op 7 miljard boven op de 53 miljard”, zegt Udo.
En ook dán is het sommetje nog niet rond. De oude fossiele centrales moeten stand by blijven, anders valt de stroom uit als het niet waait. Door de zwaar gesubsidieerde groene stroom maken de energiebedrijven echter steeds vaker verlies.
Het zakenblad The Economist becijferde in 2013 dat de grootste Europese energiebedrijven sinds 2008 ongeveer 500 miljard euro aan marktwaarde hebben verloren. Wie betaalt het intact houden van de verliesgevende fossiele centrales? Grote kans dat ook dit de belastingbetaler wordt. De grote energiebedrijven hebben al bij Brussel aangedrongen op subsidie, omdat ze hun centrales niet allemaal open kunnen houden. De Duitse deelstaat Beieren heeft zelfs al een gascentrale gekocht.
Ten slotte strooide de overheid nog kwistig met kortingen.
Tot voor kort kregen bedrijven en particulieren voor hun investering in groene stroom een fiscale korting van vijftien procent. Topbankiers als oud-ABN Amro-topman Rijkman Groenink profiteerden daar goed van (zie onderaan).
„Zwaar gesubsidieerde veranderingen werken natuurlijk nooit. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als na vijftien jaar de windmolens kapot zijn en de subsidie stopt? Begint het hele circus dan weer opnieuw?” zegt Lukkes.
Volgens de wetenschappers kan je de gewenste milieuwinst ook bereiken door zestien procent op energie te bezuinigen. Dat is maar 1,6 procent per jaar, zeggen ze. Ook vinden ze dat we meer vertrouwen moeten hebben in technologische vernieuwing. „Waarom zou je je voor miljarden vastleggen tot 2023?” zegt Lukkes, „De laatste jaren is er zo veel milieuwinst geboekt. Waarom richten we ons daar niet op?!”
Rijkman Groenink
Wie verdient er aan de miljardensubsidie van de windenergie? De bouwers, de banken, de adviseurs, de exploitanten en enkele topbankiers, zo toonde de Volkskrant aan. Voormalig ABN Amro-topman Rijkman Groenink vertelt daar dat hij een deel van de 26 miljoen die hij kreeg voor de verkoop van zijn aandelen in 2007, stak in de windmolen De Ambtenaar bij Medemblik. Dat scheelde hem veel inkomstenbelasting. Omdat het Rijk een fiscale korting geeft van vijftien procent. Daarnaast, vertelde Groenink, ontvangt hij „een redelijk rendement van tien procent” op zijn geïnvesteerde vermogen.
Harry van Gelder: De Telegraaf 18 oktober 2014.
Zie ook:
    Lukkes: ”Energieakkoord kost minstens 60 miljard“.
    Minister Kamp vaart blind op informatie van ECN.
    Windmolens veel duurder dan SER denkt