LJN: AV0259, Raad van State, zaaknummer 200501778/1, uitspraak 25-01-2006

Koegorspolder (Terneuzen)

 

Samenvatting

Bij besluit van 11 januari 2005 hebben B&W van Terneuzen een milieuvergunning verleend aan ‘Win Wind bv’ voor het oprichten en in werking hebben van een windturbinepark in de Koegorspolder. Het park bestaat uit 22 windturbines met een tiphoogte van 120 meter. Eerder al hadden B&W vrijstelling verleend van het bestemmingsplan krachtens art. 19 WRO Tegen deze milieuvergunning wordt bezwaar gemaakt.

 

Uiteindelijk komt de zaak voor de RvS.

Appellanten zijn: 2 omwonenden en de ‘Stichting Houdt Woonomgeving Koegorspolder Leefbaar’ . In deze zaak worden alle – technische – gronden van appellanten (aanvechten MER, geluidhinder, slagschaduwhinder, verstoring van radio- en tv-signalen, last voor overvliegende helikopters en zweefvliegtuigen) ongegrond verklaard, deels op grond van de milieubepalingen die ten tijde van het besluit van B&W golden, deels ook op grond van de bepalingen die B& W hebben opgenomen in de voorschriften bij de vergunning.

 

Appellanten voeren ook vrees voor visuele hinder van de molens aan. Maar dit acht de RvS primair een kwestie die bij de planologische procedure (art. 19) aan de orde kan worden gesteld. In het kader van de milieuvergunning is de RvS van oordeel dat de visuele hinder niet zo groot is dat de vergunning had moeten worden geweigerd Ook brengen appellanten naar voren de aanvarings- en verstoringsrisico’s voor vogels.

 

Maar uit onderzoeken van B&W blijkt dat de Koegorspolder zich niet bevindt ter plaatse van concentraties van vogeltrekroutes en fourageergebieden. Daarvoor heeft de Westerschelde zich als speciale beschermingszone gekwalificeerd. Op grond hiervan ziet de RvS geen aanleiding voor het oordeel dat de windmolens zodanige gevolgen hebben voor het natuurgebied Koegorspolder, dat de milieuvergunning daarom had moeten worden geweigerd.

 

De beroepen van appellanten worden ongegrond verklaard.

In deze casus gaat het om een milieuvergunning. Het blijkt dat een milieuvergunning met daaraan gehechte extra voorschriften voor stilstand van molens op zich, dus los van de voorafgaande planologische procedure, moeilijk is aan te vechten.

De planologische procedure loopt nog middels een beroepszaak bij de rechtbank in Middelburg.

 

Voor de volledige tekst van de uitspraak: http://zoeken.rechtspraak.nl 

Type dan bij het vakje LJN in: AV0259

 

Roeland van Rooij, 25-01-2006