Vergisting van koeienstront is de nieuwe trend. Een goudmijntje voor de boer met oog voor subsidies.
 
</shapetype />

 

Het is niet bepaald een staatsgeheim, maar melkveehouders lopen er liever niet mee te koop: een koe produceert vandaag de dag in haar werkzame leven ruim drie keer zoveel stront als melk. En zo staan er achter elk pak melk in de supermarkt, eigenlijk drie pakken van dat andere spul. Met kaas is het nog gekker. Om één kilo kaas te kunnen maken, is tien kilo melk nodig en dat levert dan als toetje weer ruim dertig kilo koeienstront op. Mest was ooit een bijproduct van melk, en de koe zelf zorgde voor een vrijwel stankvrije verwerking via de koeienvlaai. Een paradijs voor vliegen en een wereld aan andere insecten die er nog even over mochten schaatsen voordat er, net als bij gekookte melk, een vel overheen kwam. De koeienvlaai in de wei is zeldzaam aan het worden. Want dat gewandel kost de koe maar energie en de boer melk.

Met het opschroeven van de melkproductie is ook de mestproductie fors gestegen. Een normale koe heeft ongeveer drieduizend kilo melk nodig om haar kalveren te voeden. In de moderne melkveehouderij perst een beetje boer er met gemak tienduizend kilo uit. Er zijn er zelfs die voor twaalfduizend kilo – per jaar – hun hand niet omdraaien.
 

De 36 ton mest die jaarlijks aan zo’n koe hangt, begint een behoorlijk probleem te worden. De Nederlandse boeren hebben ruim 25 jaar hun achterwerk en dat van hun koeien afgeveegd met de Brusselse mestwetgeving. Nu moeten andere wegen dan het eigen weiland worden gevonden om de mestoverschotten weg te werken. Eén zo’n uitweg, winstgevend bovendien, is vergisting. Als mest op de juiste temperatuur wordt gebracht, gaat het vanzelf gisten. Toevoeging van maïs, kippenmest, gras en voerresten zorgt voor nog meer vergisting in een nog hoger tempo. Door de vergisting ontstaat gas dat via een motor wordt omgezet in elektriciteit. Deze stroom wordt weer verkocht aan het elektriciteitsbedrijf, dat er het gangbare tarief van 4,1 eurocent per kilowattuur voor overheeft.

 

Voor zo’n bedrag kan de koe niet schijten, en dus toverde veehoudend Nederland het volgende konijn uit de hoge hoed. Mest is volgens hen een duurzaam product want het komt elke dag weer, en dus is de energie die er via vergisting uit komt eveneens duurzaam.

 

Opwekkers van duurzame energie via windmolens of zonneboilers krijgen boven op de prijs van het elektriciteitsbedrijf nog eens 9,7 eurocent subsidie. Mestvergisters ook. Een subsidiegarantie van tien jaar maakt het financiële bedje echt goed gespreid.
Het gaat hierbij om serieuze bedragen, want een middelgrote mestvergister kost ongeveer 700.000 euro. Maar die investering is binnen zeven jaar terugverdiend, en levert in die periode ook nog eens 50.000 euro per jaar extra op.

 

Daarna wordt het helemaal leuk. De post rente en aflossing is dan gereduceerd tot nul en het extra inkomen over de laatste drie jaar van de contractperiode stijgt dan naar 175.000 euro per jaar. De overheid gaat ver in haar streven om de productie van duurzame energie op gang te krijgen. Zelfs de fiscus helpt mee om het feestje nog leuker te maken: van de investering is 44 procent aftrekbaar. Naar believen uit te smeren over een periode van zes jaar. Dat drukt de netto-investering naar 392.000 euro, die over de eerste tien jaar een gemiddeld nettorendement oplevert van bijna 21 procent.

Het probleem met de mestvergisters is echter dat de energie die daar uit komt lang zo duurzaam niet is als op het eerste gezicht wel lijkt. Dat begint al bij de koe. Haar dieet bestaat uit gras, maïs, krachtvoer en restproducten uit de aardappelindustrie of bierbrouwerijen. Het gras komt doorgaans van het eigen bedrijf, maar de rest moet van buiten worden aangevoerd. Bij de productie en het vervoer daarvan worden forse hoeveelheden fossiele energie gebruikt.

Commentaar: vul voor koe ’turbine’ in en voor mest ‘wind’ , en de uitkomst is hetzelfde. Een heldere uitleg over de verspilling van overheidsgelden.
 

 

 

Financieele Dagblad, 27 maart 2006</formulas /></shapetype /></formulas /></shapetype /></formulas /></shapetype />