Uitspraak i.v.m. windturbines
Rechtbank Breda, sector bestuursrecht, procedurenummers 06/2314 en 06/2315 WRO, uitspraak d.d. 13-04-2007
Gemeente Halderberge, bouwvergunning ondeugdelijk
Samenvatting
Het college van B&W van de gemeente Halderberge heeft vrijstelling en bouwvergunning verleend aan GEN (thans Eneco Energie) voor een project van vijf windturbines.
Daartegen maken de Belangenvereniging West-Brabants Polderlandschap (WBP) en een particulier bezwaar. Zij gaan na afwijzing van het bezwaar in beroep bij de rechtbank.
De rechter is van oordeel dat de tekening van de bouwvergunning niet aangeeft waar het windturbinepark exact is gelegen. De bouwvergunning, zo oordeelt de rechter, kan daarom wegens strijd met het rechtszekerheidsbeginsel niet in stand blijven.
Daarmee zou de uitspraak gereed zijn.
Maar zo vervolgt de rechter, om redenen van proceseconomie, toetst de rechtbank het bestreden besluit volledig.
Ter voorkoming van milieuoverlast mogen de windturbines in de avonduren maximaal 45 dB aan geluid produceren en in de nachtsituatie maximaal 40 dB. Op een kaart van de ruimtelijke onderbouwing van het plan zijn een paar geluidscontouren getekend, waarbij de buitenste lijn de contour van 44 dB is getekend. Het is de rechtbank opgevallen dat in deze kaart geen 40 dB-contour is getekend. Wel is aan het vrijstellingsbesluit de voorwaarde ‘met dien verstande dat de windturbines voldoen aan het bepaalde in de ruimtelijke onderbouwing’verbonden.
Maar deze voorwaarde is naar het oordeel van de rechtbank zo vaag geformuleerd dat daaruit niet kan blijken aan welke eisen de windturbines exact dienen te voldoen.
Op deze gronden worden de beroepen van WBP en de particuliere persoon gegrond verklaard.
Ter waarborging van de belangen van WBP en de particulier ziet de rechtbank bovendien aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen en de genomen besluiten van B&W te schorsen.
Van deze uitspraak is (nog) geen publieke versie.
Woerden, d.d. 25-04-2007
Roeland van Rooij