Met het bereiken van de doelstelling ‘1500 Mw windenergie op land (‘Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie BLOW) vervalt het collectieve uitgangspunt van ‘dringende redenen van groot openbaar belang’. Nu zal voor elk nieuw windenergieproject op land ‘nut en noodzaak’ moeten worden aangetoond en afgewogen tegen andere belangen, vooral als een project significante ruimtelijke en/of ecologische gevolgen heeft.

 

1. BLOW op land.

Voor Windenergie op land is als BLOW-doelstelling geformuleerd: 1.500 Mw.

Deze doelstelling is in 2006 behaald, wat onder meer een reden was om de subsidie voor nieuwe windturbines te staken. Voor de 1.500 Mw op land onder BLOW was het aantonen van nut en noodzaak van de windturbines niet nodig. Voor die 1.500 Mw aan windenergie gold een ‘dringende redenen van groot openbaar belang’. De initiatiefnemer voor windturbine(s) hoefde dus het nut en noodzaak van zijn windturbine(s) niet aan te tonen. Ook de overheid en de rechter konden dus uitgaan van nut en noodzaak van een windenergieproject op land.

 

2. Na BLOW op land.

Met het bereiken van de doelstelling ‘1.500 Mw windenergie op land’ vervalt dit collectieve uitgangspunt van ‘dringende redenen van groot openbaar belang’. Nu zal voor elk nieuw windenergieproject op land  ‘nut en noodzaak’ moeten worden aangetoond en afgewogen tegen andere belangen, vooral als een project significante ruimtelijke en/of ecologische gevolgen heeft.

 

Dit blijkt momenteel bij een vergunningbeoordeling door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het gaat om een initiatief voor het oprichten van 17 windturbines in de Emmapolder, gemeente Eemsmond. De gemeente heeft al vergunning verleend, maar LNV gaat uitgebreid in op de ‘N’ van Natuur, met name de externe werking van het turbinepark op de Waddenzee.

Daartoe toetst LNV de vergunning aan de Natuurbeschermingswet (inmiddels Natura-2000 geheten). Stap voor stap worden de bepalingen van de Natuurbeschermingswet doorgenomen. Een struikelblok vormt het gegeven dat de openheid en weidsheid van de Waddenzee gerespecteerd dient te worden. Vanuit circa 13 procent van het Waddengebied zou het zicht op het windturbinepark de weidsheid aantasten. Die aantasting oordeelt LNV als significant. Dit is volgens de Natuurbeschermingswet alleen maar te gedogen als er dringende redenen van groot maatschappelijk belang zouden zijn. En, zo stelt LNV, die dringende redenen  van groot maatschappelijk belang is er niet, nu de doelstelling van BLOW – 1.500 Mw windenergie op land – al bereikt is. Om die reden verleent NNV geen goedkeuring voor de vergunning om 17 windturbines in de Emmapolder op te richten.

 

N.B. De windturbines zijn gepland op land, niet in de Waddenzee. Maar het zicht vanuit de Waddenzee op de turbines vormt al de vermelde aantasting van de weidsheid van de Waddenzee (externe werking).

 

3. Algemeen.

Zoals hiervoor is gesteld, zal in voorkomende gevallen ‘nut en noodzaak’ van een nieuw windturbineproject moeten worden aangetoond en afgewogen tegen andere belangen.

Het ministerie van LNV heeft de spits afbeten in de zaak ‘Emmapolder, gemeente Eemsmond’.

Maar ook in andere gevallen, waar een windturbineproject significante ruimtelijke en/of ecologische gevolgen zou hebben, kan dit een rol spelen. Niet alleen de Waddenzee is in dit opzicht wettelijk beschermd gebied.

 

Voor de nationale landschapsgebieden uit de vastgestelde Nota Ruimte gelden ruimtelijke natuurbeschermingsregels, die wettelijk gerespecteerd dienen te worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Veenweidegebied in het Groene Hart, waar de openheid van het landschap gerespecteerd dient te worden, zelfs dwingend: ‘bebouwing nee, tenzij openheid behouden en versterkt wordt’. Het ‘tenzij’ kan niet meer blindelings gepasseerd worden met de BLOW-standaardformule van dwingende redenen van maatschappelijk belang.

 

Voor Habitat- of Vogelrichtlijngebieden dienen de ecologische gevolgen van een windturbineproject gerespecteerd te worden (bv. vogeltrek in het IJsselmeergebied). Dat kan ook niet meer gepasseerd worden met de standaardformule ‘dwingende reden van maatschappelijk belang’. Per geval van een windturbineproject moet nut en noodzaak worden aangetoond en afgewogen tegen andere belangen.

 

Bronnen:

  1. Natuurbeschermingswet 1998; vergunning Waddenzee; Windpark Eemshaven:          Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Regio Regionale Zaken,Vestiging Noord, Postbus 30032, 9700 RM Groningen.
  2. PKB-kaart 6: Vogel- en habitatrichtlijngebieden en Natuurbeschermingsgebieden: www2.vrom.nl/nataruimte/kaarten/6

 

Woerden, 30 april 2007

Roeland van Rooij

e-mailadres: rvrooij@xs4all.nl