Het is nog altijd de droom van veel landgenoten: een tweede huisje op het Franse platteland. Anderen, vooral boeren, proberen er een nieuw leven op te bouwen. Maar voor steeds meer Nederlandse ’semigranten’ wordt die droom een nachtmerrie. In toenemende mate voelen ze zich gedwongen om ten strijde te trekken tegen de oprukkende ’windmolenmaffia’. Bijna ongevraagd verschijnen de turbines, van soms wel 150 meter hoog, in hun achtertuin.

 

Schapenboer Evertjan Kluit kreeg de schrik van zijn leven toen hij vorig jaar in de buurt van zijn boerderij in het groene en dunbevolkte departement Allier (zo’n 350 kilometer onder Parijs) een toestel aantrof dat bij navraag op het gemeentehuis een windmeter bleek te zijn. Kluit ontdekte dat zijn dorp, Louroux-Hodement, in een ZDE ligt: een Zone Développement Eolien, een potentiële locatie voor een windmolenpark. Op vijfhonderd meter afstand van zijn boerderij waren 15 windmolens gepland. „Als dat doorgaat, is mijn woongenot weg en mijn bedrijf onverkoopbaar”, besefte de schapenhouder gealarmeerd.

Kluit woont al 21 jaar in Louroux. Toch was hij niet van dit project op de hoogte. Niemand in het dorp wist ervan. Behalve de eigenaar van de beoogde bouwlocatie, de burgemeester en de leden van de gemeenteraad. Maar die hadden wijselijk hun mond gehouden. Kluit: „Want als zo’n project bekend wordt, is het hele dorp in rep en roer. Niemand wil die masten dicht bij zijn huis.”
       

„Het zijn gewoon maffiapraktijken. Een klein aantal mensen vult zijn zakken en de bevolking zit met de overlast”, zegt Lex Reenders, inwoner van het 15 kilometer verderop gelegen Louroux-Bourbonnais. 
       

Het plaatselijke burger-comité, dat door de familie Reenders actief werd gesteund, slaagde erin de windmolenbouwers buiten de gemeentegrenzen te houden. Tot de ondertekenaren van het bezwaarschrift dat de gemeenteraad op andere gedachten bracht, behoorde ook Judith Boersma: „Ik was bang voor geluidsoverlast. Maar landschapsvervuiling en het feit dat veel trekvogels door de windmolens sneuvelen, speelden ook mee.” 
       

Frankrijk wil tot 2020 maar liefst 15.000 windmolens bouwen. Dorpsbesturen maken aanvankelijk meestal geen bezwaar tegen een project, want windmolens genereren tienduizenden euro’s aan lokale belasting. Ook een landeigenaar zwicht snel voor de vette premie die de ontwikkelaar in het vooruitzicht stelt.

 

Windmolens zijn overal in Frankrijk big business en dat is goed te zien aan het landschap. „Windmolens worden zwaar gesubsidieerd. Allerlei schimmige zakenlieden proberen daar een graantje van mee te pikken”, aldus Evertjan Kluit, die contacten onderhoudt met tal van actiecomités binnen en buiten het departement.
        
Kuuroord

Om geen slapende honden wakker te maken, kondigen gemeentebesturen met windmolenplannen voorlichtingsbijeenkomsten vaak pas te elfder ure aan. Soms wordt slechts een deel van de bevolking uitgenodigd. In Busset, even ten zuiden van het befaamde kuuroord Vichy, behoorde een Nederlandse inwoonster toevallig tot de geselecteerden. Een dag na de bijeenkomst ging ze de straat op om handtekeningen in te zamelen tegen de voorgenomen bouw van zeven windmolens. Haar ervaring was dezelfde als van Kluit in Louroux-Hodement: „Bijna niemand was van het plan op de hoogte.”
 

De onroerendgoedmarkt stort onherroepelijk in als het departement met windmolens wordt vol gezet, voorspelt een Nederlandse makelaar uit de omgeving van Moulins. Hij heeft al verschillende kopers zien afhaken. „Een hoog-spanningsmast is voor de meesten al reden om de koffers te pakken, laat staan een windmolen. ’s Nachts lig je wakker van het lawaai en overdag heb je last van bewegende schaduwen in huis waardoor het lijkt alsof voortdurend het licht aan en uit gaat. En dat allemaal voor een klein beetje groene stroom dat bovendien veel te duur is.

 

Telegraaf, 10 september 2009