Een miljard subsidie voor honderd windmolens die Urk verstikken. Wanneer komt er een eind aan die geldverslindende gekte?
Maxime Verhagen is een politiek zwaargewicht. Na de gruwelijke verkiezingsnederlaag in juni heeft hij het CDA een nieuw kabinet binnen weten te manoeuvreren en zichzelf beloond met een superministerie: Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Hij is nu verantwoordelijk voor het energiebeleid. Dat belooft wat: tijdens de verkiezingscampagne sprak Verhagen zich uit voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales – mede om de uitstoot van koolstofdioxide (CO2) terug te dringen.
Verhagen ging voortvarend van start. Begin deze maand blies hij het onzalige plan af van zijn voorgangster (en partijgenote!) Maria van der Hoeven CO2 op te slaan onder twee Vinex-wijken in de Zuid-Hollandse gemeente Barendrecht. Te weinig draagvlak bij de bevolking, vond hij.
Des te groter de teleurstelling dat Verhagen twee weken later het voor de leefomgeving van achttienduizend Urkers verwoestende windmolenplan van zijn voorgangster wel doorzet. Voor de bouw van een honderdtal ‘Euromasten’, die het oude, charmante, ingepolderde eiland zullen omsingelen, stelt hij 116 miljoen euro subsidie ter beschikking. Die mag worden opgeteld bij een exploitatiesubsidie die oploopt tot 880 miljoen euro.
Dit ‘windpark’ zal, aldus de EL&I-minister, 400.000 huishoudens van stroom voorzien. Een misleidende verkooptruc, hier al eerder doorgelicht. Nederland telt 7,4 miljoen huishoudens, die samen twintig procent van het nationale stroomverbruik voor hun rekening nemen. De Urker turbines bedienen één op de achttien huishoudens (7,4 miljoen gedeeld door 400.000 is 18,5). Het gaat dan om minder dan 1,1 procent van het totale stroomverbruik (20 procent gedeeld door 18,5).
De subsidie voor de molens van Urk bedraagt 2500 euro per huishouden. Voor alle huishoudens zou ‘gratis’ windenergie meer dan 18 miljard euro kosten. Een ton CO2-uitstoot besparen met windmolens kost gauw 500 euro, terwijl een ton in de Internationale emissiehandel momenteel 15 euro doet. Al zou het waar zijn dat de gemiddelde temperatuur op aarde oploopt, mede door de CO2-uitstoot – hetgeen allerminst onomstotelijk is bewezen – dan nog geeft dat geen vrijbrief de ogen te sluiten voor de gigantische kosten van windstroom.
Het geïnstalleerde vermogen van de Nederlandse windmolens is nu twee gigawatt (twee miljoen kilowatt). Dat moet in 2020 tien gigawatt worden. Dat wordt waanzinnig duur. Alleen al twee windparken boven Schiermonnikoog van samen 0,6 gigawatt (overigens aan een Duits bedrijf gegund) kosten de staat 3,5 miljard euro.
De installatiekosten zijn nog niet eens het ergst. Ook de bijkomende kosten (onderhoud, kabelnetwerk) niet. Het grootste probleem is dat windmolens geen stroom produceren als de wind niet waait of juist te hard waait. Op de stroommarkt moet het aanbod altijd in evenwicht zijn met de vraag: als wij ’s nachts het licht uitdoen, kunnen leveranciers minder kwijt; doen we het licht weer aan, dan moeten ze onmiddellijk aan de verhoogde vraag voldoen. Die balans houden is door de op en neer gaande stroombehoefte al moeilijk. Nu door windmolens het aanbod ook nog onvoorspelbaar gaat fluctueren, is het eind zoek.
De gaten in de elektriciteitsproductie die windparken laten vallen, moeten worden opgevangen door gascentrales. En wel meteen, want Verhagen wil windstroom voorrang verlenen op het hoogspanningsnet. Gasturbines moeten dan snel afschakelen als er veel wind staat en even snel opstarten als de wind weer wegvalt. Een enorme verliespost (snelle slijtage, minder rendement). Al die verliezen en subsidies worden de consumenten in rekening gebracht via hogere elektriciteitstarieven en verhoging van de energiebelasting.
Kan windenergie worden opgeslagen? Dan zou de toevoer van windstroom op het hoogspanningsnet enigszins gereguleerd kunnen worden. Daarvoor is drie jaar geleden een oud plan van ingenieursbureau Lievense nieuw leven ingeblazen. Het houdt in dat voor de kust van Zeeland een enorme ringdijk wordt aangelegd in de Noordzee, waarbinnen een bekken wordt uitgegraven dat veertig meter onder de zeespiegel ligt. Leveren windmolens te weinig stroom, dan laat men het ‘binnenmeer’ vollopen en zet een turbinestation in de dijk de waterkracht om in elektriciteit. Produceren ze veel, dan wordt het bekken met de door windmolens geleverde energie leeggepompt waarna het water kan terugstromen zodra dat weer nodig is. Bouwkosten: 2,4 miljard euro.
Dit nieuwe plan-Lievense is samen met energieadviesbureau Kema in Arnhem ontwikkeld. Onlangs meldde het blad De Ingenieur, op basis van een intern Kema-rapport, dat het enthousiasme alweer is geblust. Voldoende opslagcapaciteit bouwen om de windstille periodes van de beoogde tien gigawatt aan windturbines te overbruggen, zou volgens het rapport ‘een onevenredig grote investering vergen, die zich economisch niet laat rechtvaardigen’.
Premier Mark Rutte wil de zieke overheidsfinanciën weer gezond maken. Eén van zijn favoriete oneliners tijdens de verkiezingscampagne was dat windmolens niet op wind, maar op subsidies draaien. Hoogste tijd dus om dit lek van collega Verhagen pijlsnel af te dichten.
Kees Tamboer
Het Parool, 24 november 2010