Gemeente Rijnwoude gaat 120.000 euro misgelopen bouwleges navorderen bij windmolenbouwer Prodeon. Dat heeft het college van B en W gisteren besloten.
Onjuiste opgave
De Rijnwoudse windmolenkwestie staat landelijk in de belangstelling, omdat mogelijk veel meer gemeenten te lage bouwleges ontvingen door onjuiste opgaven van de bouwkosten voor windmolens. De gemeenteraad en het college van Rijnwoude vermoeden dat Prodeon dat bewust heeft gedaan. Zij baseren zich op conclusies van bureau IGG dat een herberekening maakte van de bouwkosten voor de vier windmolens. Die bleken geen 6,1 maar 11 miljoen euro te hebben gekost.
Onbehoorlijk bestuur
Directeur Bert van der Sluis van Prodeon is verbaasd over de navordering die Rijnwoude gaat aankondigen. ‘Het college heeft vorige maand nog expliciet gezegd dat in alle onderzoeken de afgelopen drie jaar geen nieuwe feiten boven tafel zijn gekomen en dat wij te goeder trouw hebben gehandeld. Er is dus geen grondslag voor die naheffing. Dat ze deze procedure nu toch inzetten, getuigt van onbehoorlijk bestuur.’
Kans van slagen
Wat Rijnwoude betreft moet de rechter zich maar buigen over de diverse onderzoeken en concluderen of Prodeon te goeder, dan wel te kwader trouw heeft gehandeld bij de opgave van bouwkosten. ‘Onze advocaat acht onze kans van slagen niet groot’, zegt gemeentesecretaris Jan Schellevis. ‘Maar de raad meent toch dat Prodeon bij de aanbesteding aan het begin van het traject kennis had van de werkelijke kosten. Het college volgt hierin de wens van de raad: laat een rechter zich het hoofd hierover breken.’
Richtlijn
Van der Sluis ziet het onvermijdelijke proces met vertrouwen tegemoet. De hoogte van de raming, opgesteld door de leverancier van de windturbines, is conform de richtlijn NEN2631, stelt Prodeon. Gedurende de onderzoeken van de gemeente is door vele partijen bevestigd dat de raming van Prodeon correct is en overeenkomt met vergelijkbare situaties in andere gemeentes, zegt Van der Sluis. ‘Wij zijn niet bang voor het oordeel van de rechter. Het is alleen jammer dat in deze kwestie zoveel energie verloren gaat.’
Binnenlands Bestuur, 22 april 2009 |