Bij brief van 5 juni 2009 heeft het NKPW het ministerie van VROM gevraagd hoe een betere bescherming tegen geluidhinder van windturbines in de wettelijke regeling (AMvB, algemene maatregel van bestuur), die nu in de maak is, vorm zal krijgen en zeker zal worden gesteld.Al sinds 1992 weten we op grond van resultaten van wetenschappelijk onderzoek, dat hoge windturbines aanzienlijk meer geluidhinder veroorzaken, vooral ’s avonds en ’s nachts, dan in de huidige wettelijke regeling staat aangegeven. In de loop der jaren nam kennis en inzicht aangaande de impact van hoge windturbines toe, maar dit vormde voor VROM overigens nooit reden om de inhoud en de vorm van de normstelling aan te passen.

Met als directe aanleiding klachten – wetenschappelijk onderzocht en reëel bevonden – van bewoners uit de gemeente Sluis in Zeeland, stelde de SP op 29 februari 2008 Kamervragen. Drie maanden later antwoordde Minister Cramer daarop, dat het haar “voornemen is om het beoordelingssysteem voor windturbines aan te passen waardoor beter rekening gehouden kan worden met de geluidproductie van hoge windturbines”. Op 2 april 2009 vervolgens organiseerde VROM een bijeenkomst met belanghebbenden – behalve het NKPW waren o.a. ook de Nederlandse Windenergie Associatie (NWEA) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aanwezig – waarin “de beschikbare wetenschappelijke en technische kennis nodig om tot normstelling over te gaan” werd gepresenteerd en besproken.

Wat VROM bij die gelegenheid op tafel bracht was interessant, maar betrof voornamelijk technische informatie. Verschillende vragen, zoals de bestuurlijke en juridische doorwerking van de hogere geluidbelasting van windturbines in de AMvB en het niveau van bescherming dat VROM de burger wil gunnen nu er tevens zoveel windturbines op land worden bijgeplaatst, bleven open. Een cruciale vraagt betreft het geluid ’s nachts; wordt daar al dan niet een aparte grens aan gesteld (Lnight) of wordt deze slechts verwerkt in een etmaalnorm (Lden) wat een minder effectieve bescherming biedt. Over deze en andere nog open vragen gaat de brief van 5 juni jl. Tot op heden is er nog geen reactie van VROM gekomen.