Aan onderzoek en ontwikkeling wordt in Nederland minder uitgegeven dan in de meeste andere westerse landen. Het Energie Centrum Nederland (ECN) maakte onlangs bekend dat het door het verminderen van subsidie en externe opdrachten 100 banen moet schrappen. Hier valt weinig begrip voor op te brengen. Helemaal omdat stimuleren van duurzame energieproductie met exploitatiesubsidies miljarden kost en het kabinet daar alle huishoudens met een speciale heffing extra geld voor gaat vragen. Deze heffing is nodig omdat de duurzame energiebronnen nog niet kunnen concurreren met kolen, olie, gas en kernenergie. De verwachting is dat de kostprijs van duurzame energie op grote schaal in Nederland de komende decennia hoger blijft dan traditionele bronnen.
Het gevolg is dat we voor een relatief kleine hoeveelheid duurzame energie jaarlijks enkele miljarden moeten bijpassen om windmolens, zonnecellen, biomassa en groene stroom grotendeels te importeren.

Juist om duurzame bronnen goedkoper te maken, zijn onderzoek en ontwikkeling van het allergrootste belang. Dat is na besparing van energie en proefprojecten op het gebied van duurzame technologie de belangrijkste peiler voor de energiehuishouding van de toekomst.
Tijdens het jaarcongres van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs is onder meer aangegeven dat de uitdaging daar is om de kostprijs van windenergie op zee te halveren. Dit wordt technisch niet als onmogelijk gezien, maar door de subsidieregimes is daar nooit echt op ingezet. Hetzelfde geldt voor de productie van goedkope zonnecellen door slimmere technieken hier, in plaats van op basis van lage lonen in een ver buitenland.

Snijden in onderzoek en ontwikkeling is daarom het laatste wat je moet doen. Duurzame technologie is nog lang niet uitontwikkeld. De kostprijs van duurzame energie moet omlaag, de energieopbrengst moet efficiënt in het energienetwerk worden ingepast en de milieu- en maatschappelijke effecten van de nieuwe technologieën moeten goed worden bestudeerd. Dit vraagt om voldoende experts. Het is daarom onbegrijpelijk dat nu 100 experts bij ECN op straat worden gezet.

 

 

Zij zijn nodig, niet alleen om Nederland duurzamer te maken, maar ook om te zorgen voor kennis voor bedrijven en opleidingsinstellingen, om mondiale ontwikkelingen voor te blijven of in elk geval bij te houden en met concurrerende producten op de markt te komen. Het onderzoek naar energiebesparende technieken, dat nu gestopt dreigt te worden, levert elke dag resultaten op. De onderzoekers zijn ook van belang om goede technische en maatschappelijke keuzes te maken en Nederland een verstandige inbreng te kunnen aanleveren bij beslissingen op EU-niveau.
In vergelijking met de miljarden die het kabinet jaarlijks uitgeeft aan duurzame energie is euro 8 mln subsidie aan een kennisinstituut zeer bescheiden.

Reduceer liever de exploitatiesubsidie op duurzame productiebronnen. Als wij met werkelijke kostprijzen voor duurzame energie gaan rekenen, zal de druk om deze te verlagen vele malen groter zijn. En daarmee de roep om extra onderzoek. In tijden van bezuinigingen zou je juist de ambitie moeten hebben de samenleving duurzamer te maken met minder geld. Om dat te bereiken is onderzoek nodig. Stop daarom niet met onderzoek dat Nederland verder kan helpen, duurzaam en commercieel. 

fd selections / energie, Jasper van Alten, 27 november 2010