LJN: AU8741,Raad van State, zaaknummer: 200506691/1, uitspraak 28-12-2005

Nijkerkerpolder

 

Samenvatting.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een vergunning verleend voor 7 windmolens in de Nijkerkerpolder in de omgeving van de natuurmonumenten ‘Noord-Friesland Buitendijks’ en ‘Waddenzee’. De vergunning is verleend onder voorwaarden volgens de Natuurbeschermingswet.

Bij besluit van 9 december 2004 heeft de minister de bezwaren van [appellanten]: de ‘Waddenvereniging’, ‘it Fryske Gea’, ‘Stichting Randland’ e.a. ongegrond verklaard.

 

[Appellanten] zijn het niet eens met de ongegrondverklaring en gaan in beroep bij de RVS. Zij voeren vele argumenten aan tegen de windmolens nabij de natuurmonumenten.

De RvS stelt voorop dat uitsluitend ter beoordeling staat of de vergunning kon worden verleend gelet op de natuurwaarden van de nabije natuurmonumenten. De vraag of de plaats voor de windmolens aanvaardbaar is uit een oogpunt van ruimtelijke ordening, kan niet meer aan de orde komen, omdat het bestemmingsplan buitengebied (windmolenpark Nijkerkerpolder) reeds onherroepelijk is.

Gelet op de natuurwaarden is de RvS van oordeel dat de provinciale visie op de uiterlijke verschijningsvorm van het fenomeen windmolen in het Friese landschap geen conclusies bevat over de invloed van de betreffende molens op de openheid en weidsheid van de Waddenzee.

Op grond van overlegde stukken oordeelt de RvS dat niet is gebleken dat de conclusies uit het landschaps-, het vogel- en het geluidsonderzoek onjuist zijn of zodanige bebreken vertonen dat de minister zich hierop niet heeft mogen baseren.

Ook het beroep dat niet is getoetst aan de ‘Nota Ruimte’ slaagt niet. Dat is nieuw rijksbeleid waarmee de minister bij het nemen van het besluit geen rekening hoefde te houden.

De beroepen van [appellanten] worden ongegrond verklaard.

Voor de volledige tekst van de uitspraak: http://zoeken.rechtspraak.nl

Type dan bij het vakje LJN in: AU8741

 

Roeland van Rooij, d.d. 01-02-2006