Bron:
Planschade door windturbines?
Een analyse van vrees voor waardedaling. d.d. 16-11-2005
Auteur: Mr. I.P.A. van Heijst, advocatenbureau CMS Derks Star Busmann
Samenvatting
Vergoeding van planschade in verband met de voorgenomen realisering van een enkele
windturbine of een windturbinepark is alleen aan de orde als aan alle vereisten ex artikel 49
WRO is/wordt voldaan.
De omvang van de aldus te vergoeden planschade is een taxatiekwestie en is van vele factoren
afhankelijk. Er bestaat geen landelijke registratie van gemeentelijke planschadebesluiten en er
is ook (nog) geen jurisprudentie over de vergoeding/omvang van planschade bij de realisering
van een windturbinepark, zodat daaruit ook nog geen algemene lijn kan worden afgeleid.
Voor zover de planschade bestaat uit de waardevermindering van een woning in de omgeving
van het te realiseren windturbinepark, biedt de vaststelling van de waarde of
waardevermindering van die woning in het kader van de Wet waardering onroerende zaken
(WOZ) in de praktijk nauwelijks houvast. Daarvoor zijn de uitgangspunten voor het taxeren
van deze waarde/waardevermindering in het kader van respectievelijk artikel 49 WRO
(planschade) en WOZ te verschillend.
Planschade wordt meestal vergoed in geld (in één bedrag), maar kan ook geheel of
gedeeltelijk worden vergoed door toekenning van een bepaald deel van de te behalen
exploitatiewinst, of in natura (bijvoorbeeld door het aanbrengen van schadebeperkende
voorzieningen op kosten van de gemeente of de initiatiefnemer).
Initiatiefnemers van windturbineparken en gemeenten hebben verschillende mogelijkheden
om het risico van planschade te beperken, onder meer door bij de locatiekeuze nadrukkelijk
met eventuele (plan)schade voor omwonenden etc. rekening te houden en bij het opstellen van
het bestemmingsplan de maximale bouw- en gebruiksmogelijkheden goed af te stemmen op
hetgeen ook feitelijk gerealiseerd gaat worden. Daarnaast hebben gemeenten sinds kort een
wettelijke mogelijkheid om eventuele planschadevergoedingen te verhalen op de
initiatiefnemer.
Indien het totaal van planschadeclaims de voorgenomen realisering van een windturbinepark
niet economisch onuitvoerbaar maakt, kan de gemeente tot vaststelling van de daarvoor
noodzakelijke bestemmingsplanwijziging besluiten; degene die daardoor planschade lijdt,
hoeft geen bezwaar te maken tegen de bestemmingsplanwijziging om in aanmerking te komen
voor vergoeding van zijn planschade.
Aanbeveling
Het verdient aanbeveling om bij de gemeenten nader onderzoek te doen naar de gevallen:
a. waarin zij zelf tot toekenning van een planschadevergoeding hebben besloten, en;
b. waarin de initiatiefnemer van een windturbinepark (al dan niet op verzoek van de
gemeenten) planschadevergoedingen hebben uitbetaald.
Voor de volledige tekst van het rapport:
Klik dan aan: Windenergie en planschade