Je ziet ze overal verschijnen – in polders, langs de weg, aan het water, op zee. Hoge palen, met twee of drie reusachtige schroefbladen. We noemen ze windmolens. Een beetje verwarrend, want onze oude molens zijn dat ook. Daarom spreken vaklui liever over windturbines. Over één ding zijn we het wel eens: bijna niemand vindt ze een aanwinst voor het landschap. Ze worden steeds hoger, groter en angstaanjagender.

 

icon Parool Windhandel Kees Tamboer.jpg