Het Nederlandse landschap staat onder zware druk en verrommelt. Bovendien voelt niemand zich er verantwoordelijk voor omdat het ‘van iedereen is’. Die conclusie wordt getrokken in Neerlands dierb’re grond, een essay in opdracht van Staatsbosbeheer. 

 

Staatsbosbeheer meent dat het Nederlandse landschap pas goed behouden en verder ontwikkeld kan worden als álle betrokken partijen, zowel overheid als particulieren, de verantwoordelijkheid voor het landschap nemen. Vooraleerst, zo stelt de organisatie, moet het Rijk extra geld uittrekken om het landschap te herstellen, te ontwikkelen en te beheren. 

 

De natuurbeheerder pleit voor acties op drie niveaus. Zo moet er geïnvesteerd worden in de basis van het landschap, zoals het Deltaplan landschap van de stichting Nederlands Cultuurlandschap voorstelt. ‘Als hiervoor de voorwaarden zijn gecreëerd’, aldus het zelfstandige bestuursorgaan, ‘kan wat ons betreft de uitvoering door de lokale partijen hiervoor in gang gezet worden.’

 

Ook dringt de organisatie aan op extra investeringen in de twintig Nationale Landschappen uit de Nota Ruimte. Volgens Staatsbosbeheer ligt in deze landschappen de kwaliteitslat een behoorlijk stuk hoger. ‘De provincies zijn hier aangewezen als regisseurs van uitvoering en realisatie, een rol waar ze de komende jaren nog meer in moeten groeien.’

 

Tot slot wijst de natuurbeheerder op een actief rijksprogramma, dat nodig is om de zeer bijzondere restanten historisch cultuurlandschap van Nederland in kaart te brengen en actief te herstellen. ‘Deze collectie van internationaal en nationaal unieke gebieden zit boordevol bijzondere verhalen uit onze geschiedenis en verdient het om afgestoft, opgeknapt en over het voetlicht gebracht te worden’, luidt de aanbeveling.

 

Staatsbosbeheer neemt ook haar eigen verantwoordelijkheid. In veel gebieden zal de organisatie zich richten op het herstel van het landschap. Ook zal de instelling in veel gebiedsprocessen participeren.

 

Sdu – Overheidsinformatie  (24 mei 2006)

 

Commentaar: wij spreken onze hoop uit dat Staatsbosbeheer beseft dat het her en der neerplanten van enorme windturbines een bijdrage levert aan de verrommeling van het landschap.