Het oude windmolenbeleid van de provincie heeft gefaald. Vooral gemeenten die nog geen molens hadden, moeten de schade nu herstellen. Deze conclusie werd gisteravond getrokken op een voorlichtingsavond van de werkgroep ‘Wynturbines-Nee’ in Tijnje. De actiegroep vecht tegen de komst van vijf reuzenturbines langs de A7 ter hoogte van Langezwaag. Op diverse plaatsen in Friesland, het meest in Wûnseradiel, is het landschap ‘verrommeld’ door losstaande windmolens. Om de schade te herstellen moet nu elke gemeente minimaal één park met grote turbines neerzetten. Voorwaarde is dat elders solitaire molens worden opgeruimd. “De provincie heeft het landschap geofferd. U draait daar nu voor op”, zei Jim Mollet van het Nationaal Kritisch Platform Windenergie.
Mollet betoogde onder meer dat turbines toeristen wegjagen. “Daarom wilde Drenthe ze niet. Maar u bent toch ook een toeristische provincie? Zelfs de ANWB vindt dat molens ten koste gaan van het landschap.” Provincieambtenaar Jan Jaap Dicke, die ook als spreker was uitgenodigd, erkende dat het jongste beleidsplan Windstreek 2000 er mede is gekomen om schade aan het landschap te herstellen. “U drukt het alleen wat sterker uit.”
Mollet hield de volle zaal achter café Overwijk voor dat windenergie slechts goed is voor 1,1 procent van de Nederlandse energiebehoefte. In Opsterland zou het dan om 313 van de bijna 30.000 inwoners gaan. “Zelfs Den Haag weet al dat dit niks voorstelt, maar gemeenten willen toch aan de eisen voldoen.” Hier staat tegenover dat de overheid forse subsidies verstrekt, in Opsterland zou dit 2,5 miljoen euro per jaar worden. Fred Jansen, ook van het Kritisch Platform, becijferde dat de turbines in Opsterland voor 14 miljoen tot 70 miljoen euro planschade kunnen uitlokken. Hij gaat daarbij uit van vijf uitspraken van de Raad van State over verminderde WOZ-waardes. De woningen stonden binnen een straal van 2,5 kilometer van de turbines.
Als het niet hard waait, zijn de op 60 meter hoogte ronddraaiende rotors op minstens 5 kilometer afstand te horen, aldus Jansen. Femmie Hof van ‘Wynturbines-Nee’wees er daarom op dat de groep belanghebbenden groot is. Inwoners van Nij Beets, Gersloot, Luinjeberd, De Knipe, Gorredijk en Lippenhuizen zullen ze horen.
Opsterland, Heerenveen en Skarsterlân studeren momenteel op molenplannen. Er zouden zes locaties in beeld zijn, waaronder die in Langezwaag. Het molenplan is hier afkomstig van enkele boeren. Een van hen diende eerder al eens zonder overleg een plan in voor een vliegveldje. Dit heeft in de naaste omgeving veel kwaad bloed gezet, aldus Langezwaagster Henk Stegink.
Leeuwarder Courant, donderdag 22 maart 2007