De ambitieuze doelstellingen van het kabinet om veel meer windmolenparken in Nederland te bouwen, worden bij lange na niet gehaald. Twee derde van de in totaal geplande windenergie kan niet worden gewonnen, omdat gemeenteraden en wethouders vaak de komst van windmolenparken tegenhouden. Dit blijkt uit een nog vertrouwelijk onderzoek in opdracht van de ministeries Milieu, Economische Zaken en Natuurbeheer.

 

Vooral plannen voor windparken in dichterbevolkte gebieden stranden geregeld. Projecten voor windmolenparken in jonge polders – als Flevoland en Wieringermeer – en in een industriële omgeving hebben een iets hogere slaagkans. Ook krijgt het project vaker groen licht als er minder dan tien huizen in een straal van een kilometer om het park staan.

 

De redenen om tegen windmolenparken te stemmen zijn talrijk. De windturbines zouden het landschap verpesten, de natuur aantasten en huizen in de omgeving kunnen in waarde dalen. Het geluid, de slagschaduw en de zichtbaarheid van de molens wordt als hinderlijk ervaren. Ook bezwaren van Defensie en de burgerluchtvaart worden meegewogen. De turbines zouden de radar kunnen storen.

 

Het kabinet streeft naar een totaal van 4000 megawatt aan windenergie voor het eind van 2011. Om die ambities waar te maken, moeten gemeenten en provincies volgens de onderzoekers een verplicht aantal windmolenparken aanleggen. Op dezelfde voet als nu verder gaan is geen optie. Dan bedraagt het vermogen aan windenergie gewonnen op land tegen de deadline hooguit 3391 megawatt.

 

Het rapport is volgens VROM een ,,duidelijk signaal” dat er wel veel plannen zijn voor windenergieparken, maar dat het aan draagvlak ontbreekt. ,,Het is tijd om in actie te komen”, aldus een VROM-woordvoerder. Hij noemt de aanbeveling om duidelijkere doelstellingen aan provincies en gemeenten op te leggen ,,interessant”. Overigens moet minister Cramer van VROM het rapport zelf nog bestuderen.

 

Nederlands Dagblad, 9 augustus 2008

 

Noot NKPW: 64% van de 214 projecten (4400 megawatt) ligt stil.