Er worden nogal wat dode vogels gevonden onder windmolens; allemaal een klap van de molenwiek gehad. Maar bij de meeste windmolenparken liggen nog veel meer dode vleermuizen. En de helft daarvan vertoont geen tekenen van botsing, maar heeft wel bloeduitstortingen in de longen. Niet vogels, maar vleermuizen hebben het meest te lijden van windmolens, zo schrijven onderzoekers van de Universiteit van Calgary (Canada) in het vakblad Current Biology.

 

 

Dat vleermuizen niet tegen windmolenwieken aanvliegen</b /> in het donker als ze op insectenjacht zijn, is niet verwonderlijk: ze ‘kijken’ met echolocatie voor zich uit, en dat systeem werkt in het donker net zo goed als bij daglicht. Maar wat ze niet ‘echolocaliseren’, is de plotselinge luchtdrukdaling in de buurt van draaiende wieken. De longen van vleermuizen</b /> zitten ­ heel anders dan die van vogels ­ zo in elkaar dat ze voor zo’n daling erg gevoelig zijn. Hun longen nemen zuurstof op via een soort zakjes waaromheen allemaal haarvaten liggen. Daalt de luchtdruk ineens, dan zetten de zakjes buitenproportioneel uit, waardoor de haarvaten scheuren en ze sterven.

 

 

De Canadese onderzoekers vonden de oorzaak voor mysterieuze vleermuislijken in de buurt van windturbines. De vleermuizen worden gevonden zonder zichtbare wonden, maar de onderzoekers hebben vastgesteld dat de longen van de vleermuizen worden opgeblazen (barotrauma) door de plotselinge drukverschillen die worden veroorzaakt door de wieken van windturbines.
“We hadden het idee al langer, omdat veel het veel mensen opviel dat de vleermuizen geen wonden hadden”, aldus Erin Baerwald van de Universiteit van Calgary en hoofdauteur van het onderzoek dat werd gepubliceerd in het journal Current Biology. In de publicatie staat beschreven hoe de onderzoekers vele vleermuizen onderzocht hebben die dood werden gevonden in de buurt van windturbines. De secties werden verricht binnen een paar uur na het overlijden van de vleermuis. De schade aangericht door snel verspreidende lucht in de longen, veroorzaakt door een plotselinge verlaging van de druk was duidelijk meetbaar.

 

Negentig procent van de dode vleermuizen in het zuiden van Alberta hadden interne bloedingen die vaak een gevolg zijn van de longschade, terwijl ongeveer 50 procent van de vleermuizen zichtbaar waren geraakt door de bladen van de windturbines. De overlappende gevallen zijn waarschijnlijk geraakt door de turbinebladen nadat ze gedesorienteerd waren vanwege het drukverschil.

 

Baerwald vind het een logische verklaring voor de dode vleermuizen: “Vleermuizen vliegen niet zomaar tegen dingen aan, ze kunnen juist heel goed dingen ontwijken. Sterker nog, ze zijn zelfs beter in het ontwijken (of vangen) van bewegende objecten. Toch was de oplossing iets wat niemand had kunnen voorspellen.” Het lijkt dat op sommige locaties de dode vleermuizen een groter probleem zijn dan overleden vogels. “Hier vinden we ongeveer tien vleermuizen voor elke vogel.

 

 

Een ander probleem is de impact op de populatie: we hebben hier negen verschillende vogelsoorten gevonden, maar maar twee verschillende vleermuissoorten. Volgens Baerwald hebben alle soorten last van een plotselinge drukdaling. “Maar hoe groter het dier, deste groter het drukverschil moet zijn om er last van te hebben. Vleermuizen hebben hier veel last van vanwege hun kleine lichamen, lichte gewicht en de opbouw van hun longen. De longen van vleermuizen lijken op die van de mens, in de vorm van een ballon, die van vogels met als tubes.