De aanleg van een windturbinepark is alleen mogelijk als de overheid daar – zoals dat heet – planologische medewerking aan verleent. Dat gebeurt door middel van een wijziging van het bestemmingsplan of door een vrijstelling van dat bestemmingsplan. Omwonenden die daardoor hun onroerend goed in waarde zien verminderen en dus schade lijden, kunnen die schade proberen te verhalen op de betrokken gemeente. Echter, sinds op 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking is getreden, zijn de regels van het zogeheten planschadevergoedingsrecht aanzienlijk verscherpt. Wat is er nu precies veranderd?