De bij Econcern gesignaleerde problemen met de financiering van duurzame energieprojecten legt onbarmhartig de economische zwakheid van deze projecten bloot. Windenergieprojecten zijn alleen rendabel in een regiem van een gunstig subsidie- en fiscaal klimaat. De investeringen leiden tot productie-eenheden die niet rendabel kunnen produceren. De rekening voor het verschil komt linksom of rechtsom bij de burgers.
Econcern beklaagt zich ook over het instorten van de prijs van CO2-emissierechten. Dat hele stelsel is natuurlijk ook onzinnig omdat het op geen enkele manier bijdraagt tot de vermindering van de totale emissie, maar alleen tot een herschikking van die emissie over de emitterende partijen.
Als we ons werkelijk zorgen maken over de CO2-emissie en over de prijs van elektriciteit moeten we een voorbeeld nemen aan Frankrijk. Daar wordt nu in Flamanville (Normandië) aan een nieuwe kerncentrale gebouwd met een vermogen van 1650 megawatt. Deze levert vanaf 2012 een jaarproductie voldoende voor de consumptie van circa 4,2 miljoen Nederlandse huishoudens. Deze investering is wel rendabel. Électricité de France komt op een prijs per kWh van 5,4 eurocent.
EDF voorziet voor 88% van zijn elektriciteitsproductie door kerncentrales. Nog eens 8% is afkomstig van waterkracht. Frankrijk hoefde dan ook niets te doen om aan zijn Kyoto-verplichtingen te voldoen. Dan is het niet verbazingwekkend dat banken en andere financiers nu wat terughoudend zijn bij het nemen van investeringsbeslissingen in een essentieel onrendabele sector, zoals die van Econcern.
Prof. dr. ir. Frans W. Sluijter, emeritus-hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven
Het Financieele Dagblad, 26 februari 2009