Olieconcern Shell steekt niet langer grote bedragen in zonne-, wind- en waterstofenergie. Deze projecten worden steeds maar prijziger en brengen volgens de directie onvoldoende op.

Deze stap is opmerkelijk, omdat het bedrijf zich wilde laten zien als een onderneming die investeert in de toekomst en in die van de aarde.      

 

Het bestuur van Royal Dutch Shell zit in een lastige spagaat. Het Brits-Nederlandse olieconcern heeft al maanden te maken met een wereldwijde recessie en een olieprijs die op het niveau van 2004 ligt. De productiekosten zijn sindsdien echter verdubbeld. Toch moet Shell nieuwe olie- en gasvelden blijven ontwikkelen om de natuurlijke uitputting van bestaande velden te kunnen compenseren. Want sowieso zit er niet veel groei meer in alternatieve, duurzame activiteiten als wind- en zonne-energie. Daarnaast is de grootschalige productie van verantwoorde biobrandstoffen nog slechts een droom.

 

„Wij speculeren niet over de ontwikkeling van de olieprijs, we werken met wat we voorgeschoteld krijgen”, zei scheidend topman Jeroen van der Veer gisteren op de jaarlijkse Strategy Update van Shell in Londen. Natuurlijk kan Van der Veer er niets aan doen dat de wereld draait zoals-ie draait, maar feit is dat de nieuwe bestuursvoorzitter Peter Voser te maken zal krijgen met een hoop onzekerheden voor Europa’s grootste olieconcern. 

 

Zo rekent het management erop dat de crisis nog minstens een jaar zal aanhouden. Voser, nu nog financieel bestuurder, moet dus goed op de centen letten. Hij wil aandeelhouders echter ook tevreden houden. Dit deed Shell de laatste vijf jaar door ze ruim $60 miljard terug te geven, via een stijgend dividend en aandeleninkoopprogramma’s.

 

Dat dividend zal in het eerste kwartaal ook nog toenemen met 5% op jaarbasis, maar Voser wilde niet veel kwijt over de overige kwartalen in 2009. „In het verleden was het eerste kwartaal toonaangevend voor de rest van het jaar”, zei hij slechts. Het lopende inkoopprogramma werd vorig jaar al in de ijskast gezet, wachtend op betere tijden.

 

De financieel topman merkte gisteren op dat Shell in de toekomst naar verwachting kan steunen op een solide kasstroom. Ook de winstgevendheid is vanaf 2004 uitstekend geweest: het concern hield onder de streep sindsdien in totaal $125 miljard over.

 

Het overgrote deel van die winsten werd gestopt in nieuwe projecten, maar gedurende 2007 is Shell ineens veel voorzichtiger geworden met het nemen van investeringsbeslissingen. Zo wilde de directie de piek in de kostencyclus ontlopen. Op dit moment zijn die kosten alweer wat lager, maar terug naar het niveau van 2004 zullen ze nooit meer gaan.

 

Het concern heeft ondertussen al wel diverse ambitieuze projecten lopen, zoals miljardeninvesteringen in olie- en gasvelden met een capaciteit van ongeveer 1 miljard vaten olie-equivalent per dag. Dit zal de jaarlijkse productie vroeg in het volgende decennium (tot 2012) doen toenemen met jaarlijks 2 à 3%.

 

Ook investeert de oliegigant in een capaciteit van 6,5 miljoen ton per jaar aan vloeibaar gas (LNG), een toename van 40% vergeleken met 2008. Met het boren naar olie en gas heeft Shell afgelopen jaar zo’n 1,2 miljard vaten olieequivalent toegevoegd, tegen kosten van $2 à 3 per vat. Met andere activiteiten, zoals overnames, voegde het bedrijf nog eens 1 miljard vaten toe.

Het management legde gisteren echter vooral de nadruk op de kwaliteit van de toekomstige productie – en niet zozeer meer op het gelijk houden daarvan. De afgelopen jaren liep de productie (licht) terug. Die trend moet keren als de grote projecten op stoom komen, aldus Shell.

       

De inkomsten die daaruit voortvloeien, zullen broodnodig zijn. De oliemaatschappij zal namelijk voorlopig niet of nauwelijks meer investeren in alternatieve bronnen als wind-, zonne- en waterstofenergie. De kosten wegen niet op tegen de baten. Shell trekt zich overigens niet helemaal terug uit de zogeheten ’renewables’, waarin het bedrijf de afgelopen vijf jaar $1,7 miljard stak. De nadruk zal echter vooral komen te liggen op de verdere ontwikkeling van verantwoorde biobrandstoffen en de afvang en opslag van CO2.

 

Volgens een ingewijde is de opbrengst van de duurzame projecten gewoon nogal tegengevallen. Het bedrijf leert niet snel genoeg hoe de ideeën grootschalig kunnen worden uitgebuit en de kosten rijzen de pan uit.

 

Telegraaf, 28 maart 2009