Hanno Bakkeren is freelance journalist. In een eerdere column in het FD schreef hij over SEO’s twijfelachtige boekhoudmethodes om duurzame investeringen lonend te maken. Maar een grotere hindernis dan geld is de natuur. De door SEO gedroomde duurzame energiemix is volstrekt onhaalbaar.

 

In haar duurzaamste scenario voorziet het SEO-rapport ‘Investeren in een Schone Toekomst‘ dat Nederland in 2050 440 petajoule, ofwel 122 miljard kilowattuur (kWh) windenergie zal produceren. Dat betekent dat ons huidige windmolenarsenaal (op land én zee) 26 keer zo groot moet worden.

 

Waar moeten die dingen staan?

 

 

Een modern windmolenpark produceert hooguit twee watt per vierkante meter landoppervlak, dus er zal een park ter grootte van de provincies Noord-Holland plus Groningen moeten verrijzen. Dat lijkt, gezien het gedonder dat die paar molens bij Urk al opleverde, een volstrekt onhaalbaar scenario. Op zee dan? Ook daar is de bruikbare ruimte een stuk kleiner dan menigeen denkt, zo blijkt uit het ‘Integraal Beheerplan Noordzee 2015’ van de samenwerkende ministeries. De eerste twaalf mijl vanaf de kust is gereserveerd voor recreatie, zandwinning en natuur.
 
Verder op zee barst het van de scheepvaartroutes, nog meer natuur, militaire oefenterreinen en wat dies meer zij. Het rapport heeft zo’n 2.500 vierkante kilometer aangemerkt als ‘Kansrijke Gebieden Windenergie’. Hoewel het op zee gemiddeld vaker en harder waait, beslaat zelfs dit enorme oppervlak nog niet de helft van de ruimte die nodig is om de beoogde windenergie op te wekken. Daar komt bij dat de kosten en technische hindernissen van wind op zee spectaculair toenemen met de diepte van de zee en de afstand tot het land.

 

Biomassa en overig hernieuwbaar
 
Twee nog grotere componenten in de door SEO beoogde energiemix zijn biomassa en ‘hernieuwbaar overig’, met respectievelijk 906 petajoule (251,7 miljard kWh) en 575 petajoule (159,7 miljard kWh).
 
Navraag leert dat ‘hernieuwbaar overig’ vooral zal bestaan uit groen gas, afkomstig van vergisting en vergassing van biomassa. Twee keer biomassa dus. Zelfs als je die biomassa uit extreem energierijke planten als suikerbieten zou halen, heb je een landbouwareaal nodig ter grootte van drie keer het totale landoppervlak van Nederland. Als je het met koolzaad wil doen is de benodigde oppervlakte nog eens vier keer zo groot.
 
Wat je in Nederland ook plant of aan organisch afval verzamelt, de opbrengst zal nooit groter zijn dan een halve watt per vierkante meter. En daarbij is nog niet eens rekening gehouden met de eventueel benodigde kunstmest (hoofdingrediënt: aardgas) en de massa’s energie om het spul te zaaien, te oogsten en te verwerken.
 
Oerwoud vernietigen?
 
Als we ook nog willen eten en ergens willen wonen, wordt het benodigde landoppervlak nog veel groter. Het Nederlandse klimaat heeft simpelweg niet meer te bieden. Ja, er zijn experimenten gedaan met algen die bijna vier watt per vierkante meter opleverden, maar dat lukte alleen als ze intensief bewerkt, bemest, met CO2 geïnjecteerd en op temperatuur gehouden werden. Zelfs als deze techniek ooit breed toegepast kan worden, ontbeert Nederland daarvoor eenvoudigweg de ruimte (en het geld, want peperduur).
 
Voor de door sommigen gedroomde zeewierplantages geldt hetzelfde. De voor het SEO-scenario benodigde biomassa zal dus grotendeels uit het buitenland moeten komen. Palmolie uit Indonesië? Suikerriet en brandhout uit Brazillië? Hoe duurzaam is het om elders op de wereld tienduizenden vierkante kilometers oerwoud te vernietigen om ons van ‘groene’ energie te voorzien?
 

Rammelende cijfers en wishful thinking
 
Let wel, zelfs in dit groenste SEO-scenario hebben fossiele brandstoffen (olie, gas, steenkool) in 2050 nog altijd een aandeel van 30 procent in de totale energiemix. Daar zijn we dus nog niet vanaf. En vergeet ook niet dat dit SEO-scenario tegen alle verwachtingen in uitgaat van een krimp van het totale energieverbruik.
 
Een constructieve maatschappelijke discussie over duurzaamheid kan slechts gevoerd worden als iedereen over eenduidige en verifieerbare cijfers beschikt. ‘We need a plan that adds up’, aldus natuurkundige MacKay. Het SEO-rapport doet dat in ieder geval niet en dat is treurig. De energietoekomst is te belangrijk om ons beleid te baseren op rammelende cijfers en wishful thinking.
 
 
FD Selections energie columns, 6 september 2010 – Hanno Bakkeren