Er klinken regelmatig geluiden om de toelaatbare geluidsbelasting van windturbines door middel van afstandsnormen te regelen (De Laat, NLVOW). Een afstandsnorm heeft weliswaar één voordeel, zij is duidelijk en goed handhaafbaar, maar daar staan vele nadelen tegenover die niet voor een geluidsnorm gelden.
In februari nam de tweede kamer een motie aan van de Kamerleden Erkens en Leijten die om een onafhankelijk onderzoek vroeg naar de effecten van verschillende afstandsnormen op de gezondheid en leefkwaliteit van omwonenden. Dit onderzoek werd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat opgedragen aan Arcadis, lid van de NWEA (Nederlandse WindEnergie Associatie). Arcadis vatte de opdracht licht op en kwam met het rapport “Onderzoek afstandsnormen windturbines” waarin de gezondheidsproblemen niet worden onderzocht. Gezondheidsaspecten worden als gewoonlijk gereduceerd tot de hoeveelheid hinder voor de omwonenden van windturbineparken, en het rapport somt de bekende rijtjes onberispelijk op.
In het rapport staat een overzichtelijke, complete lijst van de voor- en nadelen van afstandsnormen ten opzichte van normen voor geluid en slagschaduw. Op het eerste zicht lijkt de lijst een redelijke opsomming te geven, maar de lijst presenteert de halve waarheid. De lijst weegt alleen de afstandsnormen maar niet de normen voor geluid en slagschaduw.
We hebben de lijst aangevuld met een weging van de voor- en nadelen van geluidsnormen en dan komt er een heel ander beeld tevoorschijn. Dan blijkt dat alle voordelen van afstandsnormen ook op geluidsnormen van toepassing zijn, maar dat de nadelen niet voor geluidsnormen gelden. Daar is één maar bij, die geluidsnorm moet wel een gewoon direct meetbare waarde in decibellen zijn zoals overal elders in West-Europa gehanteerd wordt (behalve in Noorwegen), en niet de jaargemiddelde waarde Lden die Nederland in 2011 in strijd met Richtlijn van de EU en WHO hanteert. Pikant detail, ter verdediging van de keuze voor Lden verwijst het Rijk consequent maar ten onrechte naar deze Richtlijnen.
Alleen een afstandsnorm hanteren brengt nog een extra gevaar met zich mee. Zo’n norm zal passend worden gemaakt voor de gebruikelijke turbines van rond de 4 MW, met waarschijnlijk de gebruikelijk ashoogte van deze molens als criterium. Maar voor de fabrikanten is het natuurlijk een koud kunstje om zwaardere, lawaaiiger turbines op lage masten te plaatsen en dan ondervinden de omwonenden meer overlast dan met de norm is bedoeld.