Officieel kan het niet: mensen die klagen dat de windmolens in hun buurt ’s nachts zoveel lawaai maken dat ze er wakker van liggen. Als ware donquichottes proberen ze hun gelijk te halen bij overheden, windparkexploitanten en de windenergielobby. Te vergeefs want windenergie, daar kan toch niemand tegen zijn? Toch hebben ze gelijk, zegt Frits van den Berg. Uit zijn onderzoek blijkt dat het geluid van windmolens na zonsondergang sterk toeneemt omdat er dan hogerop meer wind staat. "Hoewel de windlobby lang heeft beweerd dat dit onzin is of het bagatelliseert, zijn de feiten gewoon onweerlegbaar." In ‘4 in het land’ licht Van den Berg een en ander toe.
Het is verbazingwekkend hoe weinig windparkexploitanten afweten van hun eigen ‘grondstof’, de wind, vindt Frits van den Berg. Uit zijn metingen bij o.a. windpark Rhede blijkt dat het ’s nachts aan de grond windstil kan zijn, terwijl het op grotere hoogte wel waait. Overdag is dat niet het geval. Hierdoor draaien moderne, hoge windturbines ’s nachts vaak harder dan overdag en maken ze ook meer geluid. Exploitanten hebben dit lang ontkend of gebagatelliseerd. Van den Berg: "Zij baseren hun te verwachten productiecijfers op de gemiddelde windsnelheid op een hoogte van tien meter door het hele jaar heen. Maar windmolens zijn tegenwoordig veel hoger: soms wel tachtig meter. Op die hoogte kan het stevig waaien, terwijl het op de grond bladstil is. Exploitanten zouden dat ook moeten kunnen zien aan hun opbrengst: ’s nachts leveren de moderne, hoge turbines juist meer energie dan overdag."
Dag en nacht
Wie op een stille zomeravond in de tuin zit, kan zich niet voorstellen dat het enkele tientallen meters hoger stevig waait. Van den Berg verklaart dit verschijnsel als volgt: "Overdag warmt de zon de luchtlagen op en ontstaat er een instabiele atmosfeer met veel turbulentie. Daardoor zijn de verschillen in wind op de grond en in de hogere luchtlagen niet zo groot. ’s Nachts, als de lucht sterk afkoelt, ontstaat er juist een stabiele atmosfeer. De onderste luchtlaag komt tot rust en wordt nauwelijks door de wind erboven beïnvloed. Juist in ons klimaat komt dit heel vaak voor."
Eindeloze trein
De stevige wind in de hogere luchtlagen zorgt ervoor dat de wieken van windmolens ‘s nachts vaak sneller draaien dan overdag. Het geluid dat de stroming van de wind langs de wieken veroorzaakt wordt daardoor luider. Van den Berg: "Het hinderlijke van dit geluid is dat je het constant hoort en dat het fluctueert. Omwonenden van windparken vergelijken het met een eindeloze trein, de branding of een opstijgende 747. Het lijkt ook op het geluid van de bassen die je hoort als je buurjongen zijn muziek te hard heeft staan. Overdag is het geluid minder goed te horen omdat het dan opgaat in de achtergrondgeluiden van het verkeer en ruisende bomen. Er zijn dan ook geen fluctuaties. ‘s Dat mensen dit als zo hinderlijk ervaren komt waarschijnlijk doordat het geluid qua toonhoogte en variatie overeenkomt met spraak. Ons gehoor is daar extra gevoelig voor."
Big business
Het stoort Van den Berg dat overheid en exploitanten de klachten van omwonenden afdoen als een ‘not in my backyard’-houding. "Dat is gewoon arrogant. Mensen die tot op een tot twee kilometer afstand van een windpark wonen, hebben er wel degelijk last van. Bovendien worden de geluidsnormen echt overschreden. Windparken zijn gewoon big business. Veel exploitanten houden geen rekening met de gemeenschap en de overheid doet daar niets aan. Probeer daar maar eens iets aan te doen als burger. Natuurlijk is het niet zo dat alle omwonenden klagen. Dat is ook niet zo bij alle mensen die onder de rook van Schiphol wonen. Maar de mensen die wel klagen, hebben daar ook echt reden toe. Zelf ben ik geen tegenstander van windenergie, maar ik vind wel dat je je gewoon aan de regels moet houden. Zoals het nu gaat zijn de meeste plannen voor windmolens op het land gedoemd te mislukken en krijgt windenergie ten onrechte een slechte naam. Het is moeilijk plaatsen te vinden waar je dit soort parken kunt bouwen zonder mensen tot last te zijn. Bovendien, zolang we maar doorgaan met meer energie te verbruiken, is de bijdrage van windenergie op land relatief te klein in verhouding tot de geluidsoverlast en de horizonvervuiling die ze veroorzaken."
Doodzonde
Van den Berg heeft zijn onderzoek uitgevoerd als coördinator van de wetenschapswinkel Natuurkunde. Deze dreigt als gevolg van een reorganisatie te verdwijnen. Dat zou doodzonde zijn, vindt hij: "De wetenschapswinkels zijn voor veel groeperingen de enige mogelijkheid om dit soort onderzoek te laten uitvoeren en adviezen in te winnen. Adviesbureaus zijn vaak te duur en werken volgens vaste routines, waardoor soms juist het probleem niet gezien wordt. Bovendien zijn wij volstrekt onafhankelijk. De manier waarop wij werken is zeer laagdrempelig en wordt door de Europese Unie zelfs genoemd als voorbeeld dat in heel Europa navolging zou moeten vinden. We hebben heel veel bijval dat de universiteit sluiting moet voorkomen."
Curriculum Vitae
Frits van den Berg (januari 1952, Rotterdam) studeerde Technische Natuurkunde aan de Universiteit Twente. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek binnen de Science & Society Group van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Hij is werkzaam als coördinator van de Natuurkundewinkel van deze faculteit. Zijn promotores zijn prof. dr. ir. H. Duifhuis en prof. dr. A.J.M. Schoot Uiterkamp. Hij promoveert tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van zijn proefschrift luidt: The Sound of High Winds: The Effect of Atmospheric Stability on Wind Turbine Sound and Microphone Noise. Frits van den Berg promoveert op 12 mei aan de Rijksuniversiteit Groningen.