Ter verdediging van haar besluit om de geplande windmolens in Woerden-Bodegraven tegen te houden, heeft minister Cramer (Milieu en Ruimtelijke Ordening) een uitvoerige brief aan de Tweede Kamer geschreven: ‘De locatie bij Woerden ligt in een deel van het nationale landschap Groene Hart met als kernkwaliteit openheid. In 2006 hebben de drie Groene Hart-provincies, waaronder Utrecht, het Venster Bodegraven-Woerden aangewezen als icoonproject in het Uitvoeringsprogramma Groene Hart 2007-2013.

 

De provincies vinden dit venster "op de schaal van het Groene Hart cruciaal voor de landschappelijke samenhang. Het vormt de enige open verbinding van redelijk formaat tussen de grote landschappen in het noorden en het zuiden". Een van de vier hoofdopgaven voor het Venster is dan ook de visuele kwaliteit en landschapsbeleving van dit open gebied te versterken. Windmolens passen niet bij deze hoofdopgave en daarom heeft de Stuurgroep Groene Hart (d.d. 22 november 2007) zich uitgesproken tegen de plaatsing van windmolens op deze locatie.’

 

De minister constateert dat de plekken voor windenergie vaak moeten worden afgewogen tegen andere belangen die o.a. verband houden met vliegverkeer, milieu (m.n. geluid en externe veiligheid), water en de openheid van het landschap. ‘Deze belangenafweging is zelden eenvoudig. De casus Bodegraven-Woerden getuigt hier ook van.’

 

Minister Cramer wil dergelijke lastige beslissingen proberen te voorkomen door in alle provincies nu op zoek te gaan naar ‘concentratiegebieden’ voor windenergie. ‘Ik ga op korte termijn samen met provincies gebieden zoeken waar grotere concentraties van windmolens kunnen worden gerealiseerd. Inzetten op concentratiegebieden met sterkere regie vanuit het Rijk is nodig omdat er de komende jaren veel ruimte nodig is. De windmolens zijn de afgelopen jaren groter geworden en de invloed op het landschap is toegenomen.’
 

Daarmee sluit minister Cramer ook aan bij het advies dat in juni 2007 is uitgebracht door de Rijksadviseur voor het Landschap. Minister Cramer wil naast concentratiegebieden ook streven naar ‘vides’, gebieden waar geen windmolens staan.

 

Bron: Ministerie van VROM, 26 februari 2008