Columnist Wijnberg (NRC Next) stelt dat wind- en zonne-energie ruimschoots in onze energiebehoefte kan voldoen. Hij wordt duidelijk niet gehinderd door enige kennis.

 

Gelukkig is Rob Wijnberg columnist en filosoof, en leidt hij geen energiebedrijf. Want wie met droge ogen durft te schrijven (nrc.next, 19 augustus): ‘We hadden al lang olievrij kunnen zijn. Technisch gezien kunnen wind- en zonne-energie al ruimschoots in onze totale energiebehoefte voldoen’, bewijst niet het minste benul te hebben van het actuele energiesysteem. Personeel en aandeelhouders zouden gillend de nooduitgang opzoeken met Rob Wijnberg op de directeursstoel. De samenleving zou razendsnel door energiegebrek tot stilstand komen.

 

Wind- en zonne-energie kunnen namelijk nog niet in de verste verte onze energiebehoefte invullen. En dat is niet, zoals hij suggereert, te wijten aan visieloosheid van Shell en president-directeur Jeroen van der Veer.

 

Feit één: dagelijks gebruikt de wereld zo’n 230 miljoen vaten olie-equivalent aan primaire energie. Daarvan zijn 190 miljoen vaten fossiele brandstoffen, dus olie, gas en kolen. Windmolens tellen op tot 1,5 miljoen vaten olie-equivalent. Zonnestroom is zo klein dat het in de statistieken vrijwel onvindbaar is. Biobrandstoffen zijn een half miljoen vaten olie-equivalent in omvang. Totaalsom alternatieve energie: 2 miljoen vaten olie-equivalent per dag. Feit één-A: de wereldvraag naar energie zal tot 2050 verdubbelen – het logische gevolg van een grotere bevolking en meer welvaart.

 

Feit twee: op Braziliaanse suikerrietethanol en nog te bouwen windparken in de Amerikaanse Midwest na, zijn alternatieve energiebronnen momenteel allemaal duurder dan fossiele bronnen, zelfs met olieprijzen van dik boven de honderd dollar per vat.

 

Feit drie: het heeft geen zin telkens meer te investeren in energiebronnen die alleen met subsidiegeld kunnen bestaan. Dan is de kas namelijk gauw leeg. Het heeft wel zin om te investeren in technologieontwikkeling om de kosten van alternatieven zodanig te verminderen dat ze straks op eigen benen in de markt kunnen staan.

 

Om in deze overgangsfase de wereld van een ononderbroken energielevering te voorzien investeren oliemaatschappijen, ook Shell, nog steeds grote bedragen in de groei van fossiele energiebronnen, en in het schoner produceren en gebruiken ervan. Gewoon, omdat het nog niet anders kan.

 

Daarnaast gaan groeiende bedragen naar de ontwikkeling van, onderzoek naar, en proeffabrieken voor nieuwe energiebronnen. In de verwachting dat zo doorbraken tot stand komen die in de toekomst de verhoudingen tussen fossiele en duurzame bronnen zullen omdraaien.

 

Als je columnist bent, en jong, moet je ongeduld tonen en mag je overdrijven. Maar er zijn nu eenmaal realiteiten die zich zelfs niet met het gebruik van heel grote woorden (‘mensenplichtenschending’) laten wegduwen.

 

Piet de Wit, hoofdredacteur van ‘Shell Venster’, twee maandelijks blad van Shell voor externe relaties. 

 

NRC Next, 22 augustus 2008